Elleboogdysplasie bij katten
Wat is het en hoe herken ik het?
Elleboogdysplasie bij katten: wat is dat?
Onder de noemer ‘elleboogdysplasie’ vallen vier afwijkingen die het ellebooggewricht kunnen treffen. Deze kunnen bij alle kattenrassen optreden, maar worden vooral gezien bij de grote soorten, zoals de Maine Coon en de Noorse Boskat. Mank lopen is het meest opvallende symptoom van elleboogdysplasie. Meestal leidt deze aandoening ook tot artrose, omdat het kraakbeen tussen de gewrichten kan worden aangetast.
Elleboogdysplasiebij katten: waardoor komt dat?
Elleboogdysplasie bij katten: welke vormen zijn er?
• Osteochondritis Dissecans (OCD): bij deze aandoening is een kraakbeenfragment los komen te liggen in het ellebooggewricht. Dit geeft een pijnlijke ontsteking. Dit stukje kraakbeen zal operatief verwijderd worden om te voorkomen dat de ontstekingen het kraakbeen gaan beschadigen.
• Incongruentie: de ellepijp en het spaakbeen zijn tijdens het opgroeien niet goed op elkaar aangesloten. Daardoor is er een lengteverschil ontstaan en dit zorgt voor irritatie aan het botweefsel en kraakbeen. Hoewel het een zware operatie is, kan deze afwijking daarmee goed hersteld worden.
• Los Processus Anconeus (LPA): bij deze aandoening is een botje dat aan de ellepijp hoort vast te zitten niet vastgegroeid. Omdat het los ligt in het gewricht, kan dit het kraakbeen gaan irriteren. Om te voorkomen dat er artrose ontstaat, zal de dierenarts dit botje operatief verwijderen.
• Los Processus Coronoïdeus (LPC): bij deze aandoening is een stukje bot afgebroken dat aan de ellepijp vast zit. Dit kan operatief verwijderd worden. Een moeilijke ingreep, omdat het ellebooggewricht meestal al is aangetast door artrose.